vrijdag 19 februari 2016

Curatele opheffing

Gerechtshof Den Haag: Curanda verzoekt opheffing van de curatele omdat de noodzaak daarvan niet meer aanwezig is. "Gezien voormelde feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat van een noodzaak tot curatele niet is gebleken en het hof zal de bestreden beschikking dan ook vernietigen. Curatele is de meest vergaande vorm van burgerrechtelijke bescherming van personen, als gevolg waarvan de handelingsbekwaamheid, die van rechtswege verbonden is aan de meerderjarigheid, aan een persoon wordt ontnomen. Het opleggen en in stand houden van een dergelijke maatregel vereist dan ook de grootst mogelijke zorgvuldigheid."

De kantonrechter die het verzoek tot opheffing in eerste aanleg heeft afgewezen krijgt een lesje van het hof: "10. Tenslotte overweegt het hof het navolgende. Verzoekster heeft geen kennis gekregen van het “verzoekschrift strekkende tot ontslag/benoeming curator met bijlagen van de zijde van de curator, ter griffie ingekomen op 15 februari 2015”, zoals dit is vermeld in de bestreden beschikking. Dit verzoek van de moeder is buiten medeweten van verzoekster om behandeld en verzoekster heeft zich daar dan ook niet tegen kunnen verweren. Dit volgt ook uit het proces-verbaal van de behandeling van de zaak door de kantonrechter nu daarin met geen woord is gerept over dit verzoek in het gedeelte waar verzoekster aan het woord is. Het hof is van oordeel dat de rechtbank hiermee de beginselen van een goede procesorde heeft geschonden. Hoor en wederhoor - onder meer vastgelegd in artikel 19 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering - is een van de meest fundamentele vereisten voor een behoorlijk proces en moet ambtshalve worden toegepast. Door betrokkenen in deze afzonderlijk te horen en de beschikking niet tot nauwelijks te motiveren, is het hof van oordeel dat de belangen van verzoekster onvoldoende in acht zijn genomen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2016:358

Geen opmerkingen:

Een reactie posten