zaterdag 13 februari 2016

Beschermingsbewind: opheffing

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: Kantonrechter heeft het verzoek van rechthebbende om het bewind op te heffen afgewezen. Het hof oordeelt anders: beschermingsbewind wordt opgeheven.


Het hof overweegt als volgt. De rechthebbende stelt primair dat de noodzaak tot bewind niet langer bestaat en subsidiair dat voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken.
Het hof is van oordeel dat de rechthebbende voldoende duidelijk heeft gemaakt dat hij thans in staat moet worden geacht zijn eigen belangen weer waar te nemen. De rechthebbende heeft onvoldoende weersproken gesteld dat van de drugs- en drankverslaving waarvan sprake was kort voordat de WSNP op de rechthebbende van toepassing was verklaard, thans geen sprake meer is en dat voor de destijds aanwezige schulden een schone lei is verleend. De proefperiode die de bewindvoerder aan de rechthebbende heeft gegeven om te bezien of de rechthebbende daartoe in staat zou zijn, is - kennelijk als gevolg van miscommunicatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder - niet succesvol geëindigd. De rechthebbende moet evenwel voldoende in staat worden geacht, met ondersteuning van door hemzelf in te schakelen hulpverlening, zijn financiën op orde te houden. Het hof gaat daarbij ervan uit dat de rechthebbende zich, zoals hij ter mondelinge behandeling uitdrukkelijk heeft toegezegd, tot hulpverlening zal wenden, zodra problemen op het financiële vlak dit wenselijk maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten