vrijdag 22 januari 2016

Ondercuratelestelling

Gerechtshof 's-Hertogenbosch: "Aan de orde is eerst de vraag of de kantonrechter terecht en op goede gronden heeft geoordeeld dat er bij [appellant] sprake is van een geestelijke of lichamelijke toestand die een ondercuratelestelling rechtvaardigt. 
Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat aan de wettelijke vereisten voor een ondercuratelestelling is voldaan. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting in hoger beroep is onvoldoende gebleken dat bij [appellant] sprake is van een lichamelijke of geestelijke toestand waardoor hij niet in staat is zijn belangen behoorlijk waar te nemen of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt. [appellant] is in het kader van een strafrechtelijke procedure onderzocht en, zoals [appellant] ter zitting heeft verklaard, is uit dit onderzoek geen psychische of psychiatrische stoornis naar voren gekomen. In het verzoekschrift van 29 september 2014, gewijzigd op 3 oktober 2014, is als reden voor het indienen van het verzoek tot ondercuratelestelling aangegeven dat [appellant] in zeer verwarde toestand zijn partner had doodgestoken en [appellant] gelet op zijn geestelijke toestand niet in staat was om voor zijn belangen op te komen. Naar het oordeel van het hof blijkt uit de stukken noch uit de beschikking van de kantonrechter van 14 april 2015 dat deze geestelijke toestand (zes maanden later) nog aanwezig was. Ook het hof is hiervan gedurende de procedure bij het hof niet gebleken. 
Voorts is het hof niet gebleken dat [appellant] niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Er is naar het oordeel van het hof dan ook niet voldaan aan de wettelijke vereisten voor een onderbewindstelling. Het feit dat [appellant] gedetineerd is en het derhalve praktisch is dat de zus als bewindvoerder zijn vermogensrechtelijke belangen waarneemt, is daarvoor onvoldoende".




Geen opmerkingen:

Een reactie posten