maandag 1 april 2019

Beschermingsbewind en beroepsgeheim


Bewindvoerders beschermingsbewind (verder te noemen: bewindvoerder) hebben geen wettelijk beroepsgeheim, zoals dat wel bestaat voor de medische beroepen. Artsen, verpleegkundigen, verzorgenden, en andere (para-)medische beroepsbeoefenaren moeten dan ook een eed afleggen bij het toetreden tot hun beroep. Voor andere beroepsbeoefenaren in de zorg is veelal een ‘beroepscode’ van toepassing, zoals voor bijvoorbeeld maatschappelijk werkers. De branche- en beroepsverenigingen voor bewindvoerders verwijzen in hun beroepscode of kwaliteitsverordening naar de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

De persoonsgegevens die men registreert en verwerkt mogen enkel het doel dienen waarvoor zij bestemd zijn. Dat geldt ook voor de verstrekking van persoonsgegevens aan derden. De vraag is in welke gevallen persoonsgegevens aan derden mogen worden verstrekt. We gaan te rade bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op hun website: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl. Het antwoord op de vraag: “Wanneer mag mijn zorgverlener het medisch beroepsgeheim doorbreken?” is drieledig. Analoog aan het medisch beroepsgeheim, en het doorbreken daarvan, kan men de voorwaarden toepassen op de bewindvoerder.

1.     Toestemming.

Indien rechthebbende vooraf schriftelijk toestemming geeft aan de bewindvoerder zijn gegevens aan derden te verstrekken, dan mag de bewindvoerder de gegevens verstrekken. Wel moet hij vooraf de rechthebbende goed en volledig informeren over de reden van de verstrekking. Of de bewindvoerder verstrekt de gegevens op verzoek van rechthebbende aan een derde partij. Bijvoorbeeld: de bewindvoerder verstrekt aan een (potentiële) verhuurder een IB-60 verklaring of jaaropgave op verzoek van rechthebbende.

2.     Wettelijk voorschrift.

De bewindvoerder is verplicht op grond van een wettelijk voorschrift de gegevens te verstrekken aan bijvoorbeeld een overheidsdienst. Bijvoorbeeld op grond van de Wet inkomstenbelasting of de Participatiewet.

3.     Conflict van plichten.

De bewindvoerder mag persoonsgegevens aan derden verstrekken, indien er sprake is van een conflict van plichten. Zo’n conflict kan ontstaan, indien het niet verstrekken van persoonsgegevens aan derden, een ernstig nadeel of gevaar oplevert voor rechthebbende of voor anderen. De AP stelt: “Van een conflict van plichten is slechts in zeer uitzonderlijke gevallen sprake. Het moet gaan om een noodsituatie”. De vraag die onbeantwoord blijft is: Wat is een “zeer uitzonderlijk geval”? Of: “Wat is een noodsituatie?”.

Praktijkgeval: Voor de Branchevereniging Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) beantwoord ik vragen van leden, welke niet door het verenigingsbureau kunnen worden beantwoord. Mij werd de volgende casus voorgelegd: een rechthebbende is van beroep vrachtwagenchauffeur. Na een korte periode van opname wegens verslavingsproblemen, zoekt de persoon weer werk als chauffeur. Maar: “Naar ons ter ore is gekomen heeft hij echter al jaren geen rijbewijs meer”. Wat moet de bewindvoerder doen? Dit melden bij de (potentiële) werkgever of bij de politie? Is de bewindvoerder verantwoordelijk, en mogelijk aansprakelijk?

            Mijn eerste advies is: stel met zekerheid vast of er inderdaad sprake is van het ontbreken van een geldig rijbewijs. Een gerucht is geen voldoende bewijs. Dit kan slechts op één manier: stel de vraag aan rechthebbende, en verzoek hem om een kopie van zijn geldig rijbewijs te verstrekken. Ben ook eerlijk en open naar rechthebbende toe: deel mee wat je hebt vernomen (zonder de bron van je informatie te vermelden). En informeer hem over de ernstige gevolgen van het niet hebben van een geldig rijbewijs.

            De gevolgen van het besturen van een motorvoertuig zonder dat men in het bezit is van een voor dat voertuig geldig rijbewijs kan zeer ernstige gevolgen hebben, indien men betrokken raakt bij een verkeersongeval. Op de eerste plaats zal de verzekeringsmaatschappij geen enkele schade vergoeden aan het eigen voertuig. Maar ook kan de zij vergoeding van schade toegebracht  aan derden mogelijk niet vergoeden. Of: indien de schade wel vergoed wordt, deze verhalen op de verzekeringsnemer. Dat kan bij een eigen auto de chauffeur zijn die in overtreding is, of de onderneming wiens voertuig hij bestuurde. Materiële schade kan al een behoorlijk schadebedrag zijn, maar een echt hoog schadebedrag kan ontstaan indien er ook sprake is van letselschade toegebracht aan een ander persoon. Het besturen van een motorvoertuig terwijl het rijbewijs is ingevorderd wordt gezien als een misdrijf.

            Indien de bewindvoerder met zekerheid heeft vastgesteld dat rechthebbende niet in het bezit is van een geldig rijbewijs en toch een motorvoertuig bestuurt, dan doet de vraag zich voor of hier sprake is van een ‘conflict van plichten’. Aan de ene kant heeft de bewindvoerder een ‘geheimhoudingsplicht’ en mag hij informatie over rechthebbende niet doorgeven aan derden. Aan de andere kant dient de bewindvoerder rechthebbende, waar mogelijk, te beschermen tegen grote financiële risico’s. Zoals de AP stelt: Het niet verstrekken van persoonsgegevens aan derden, kan een ernstig nadeel of gevaar opleveren voor rechthebbende of voor anderen.

            In het voorbeeld heb ik geoordeeld dat hier sprake is van “een uitzonderlijk geval” en van een “noodsituatie”. Daarom heb ik het advies gegeven dat de bewindvoerder tracht rechthebbende ervan te overtuigen dat hij bij het begaan van deze overtreding grote financiële risico’s loopt en ernstig leed kan veroorzaken aan derden, waarvoor geen dekking van een verzekering bestaat. En dat op grond van deze overwegingen de bewindvoerder de (potentiële) werkgever zal verzoeken om te verifiëren of de betrokkene in het bezit is van een geldig rijbewijs.

            Overigens moet hierbij worden opgemerkt dat het zondermeer een verantwoordelijkheid is van de werkgever, dat hij voor alle chauffeurs die hij in dienst heeft of neemt, vaststelt dat zij in het bezit zijn van een geldig rijbewijs. Uit de beschrijving van de onderhavige casus blijkt dat dit niet altijd wordt gedaan: “Verbazingwekkend genoeg is hij daar blijkbaar in het verleden, bij diverse werkgevers, toch mee aan de slag gekomen”.





Eindhoven, 29 maart 2019.

© André Leijssen