VERBODEN
VRUCHTEN
Onhoorbaar glijdt ze met haar
rolstoel door de gang. Ze heeft een afspraak met de sociaal werker Sjef
VandenBroecke. Ze wacht op hem in de hal. Hij kan haar beslist helpen. Ze maakt
zich zorgen. Het blijft maar door haar hoofd malen. Nerveus kijkt ze op de
klok.
Joke verblijft al ruim negenentwintig
jaren in het verpleeghuis. Op de somatische afdeling. Vanwege haar ziekte is
zij aan haar rolstoel gekluisterd. Ze heeft volledige verzorging nodig. Henri
kon haar niet verzorgen thuis. Hij had immers overdag zijn werk.
Ze herinnert zich nog hoe Henri op
die dag weer bij haar op bezoek is. Een drukke prater is hij nooit geweest.
Maar nu is hij toch wel heel schaars met zijn woorden.
“De
papieren van de rechtbank zijn binnen” zegt ze.
“Ja”.
“Heb
jij ze ook ontvangen?”.
“Ja”.
Daarmee
is hun echtscheiding bezegeld. Zij heeft de echtscheiding aangevraagd vanwege
zijn ontrouw. Wat zij hem niet meer bieden kon, heeft hij elders gezocht. Het is
maar een eenmalig iets zegt hij. Joke vindt dat ze er daarom maar beter mee kan
kappen. Dan heeft hij alle vrijheid en kan hij zijn eigen weg gaan. Maar Henri
wil geen afscheid van haar nemen. Hij blijft haar bezoeken, iedere dag na zijn
werk, al meer dan vijfentwintig jaren. En dat blijft hij ook doen na de echtscheiding. Voor hem is en blijft
zijn Joke de vrouw in zijn leven.
En nu is Henri dood. Een hartaanval.
Verleden week is hij begraven. Zijn broer Willem is bij haar op bezoek geweest.
Hij zegt dat er een testament is waarin zij tot enige erfgename is genoemd. Of
zij wil overwegen om de erfenis niet te aanvaarden. Joke zegt dat de wens van
Henri gevolgd moet worden. Willem heeft boos gereageerd. “Stik maar in zijn
geld. Hier!” roept hij, en smijt de sleutels van de woning en van de auto op de
grond.
En dan die brief van de
notaris. Hij kan haar nog niet het beheer over de nalatenschap geven. Eerst
moet hij nog wat uitzoeken. Die vrouw, waarmee Henri toen……. Zij was ongehuwd.
Zij heeft een dochter gekregen in die tijd. Is dat kind misschien van Henri?
Dat moet grondig worden uitgezocht. Als dat meisje van Henri is, dan….. Ja dan!
Zij kan haar kindsdeel opeisen. Daar heeft zij recht op.
‘s-Middags op haar kamer
heeft ze het niet meer. Ze moet huilen als een klein kind. De tranen rollen
over haar wangen op haar kleed. Wat heeft ze toch gedaan? Wat heeft ze Henri
aangedaan? De man op wie ze zo verliefd was. Met wie ze zoveel jaren gelukkig
is geweest. Die haar ook tijdens haar ziekte steeds trouw is gebleven. Op die
éne keer na. De man die haar jarenlang dagelijks is komen bezoeken. Ondanks de
echtscheiding. Nooit hebben ze er nog over gesproken. Ze hebben het
doodgezwegen, het nooit uitgepraat. En ze kan het niet meer goed maken. Nu hij
dood is kan ze het niet meer goedmaken. Daarvoor is het te laat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten