zaterdag 23 april 2016

De lege gereedschapskist van Taco

Op diverse plaatsen heeft collega Taco Schaafsma zijn opvatting verkondigd dat de beschermingsbewindvoerder een ‘lege gereedschapskist’ heeft, indien hij de taak krijgt toebedeeld om schulden van rechthebbenden te regelen of aan schuldbemiddeling te doen. De vraag is of die beeldspraak, sinds de invoering van de wetswijzigingen in 2014, nog wel passend is. Is de gereedschapskist van de beschermingsbewindvoerder wel leeg?
            In zijn artikel geeft Taco zelf het antwoord[1]: artikel 48 van de ‘Wet op het consumentenkrediet’ (Wck) is aangepast. In lid 1 van dat artikel is de beschermingsbewindvoerder toegevoegd onder de personen die zijn uitgezonderd van de bepaling in artikel 47 lid 1 Wck: “Schuldbemiddeling is verboden”. Sinds deze aanpassing is de beschermingsbewindvoerder dus bevoegd aan schuldbemiddeling te doen. Dat wil zeggen dat in de gereedschapskist dezelfde gereedschappen zitten, welke de gemeente c.q. schuldhulpverlening ook heeft. Dat wat gedaan kan worden in het zg. ‘minnelijk traject’. Globaal zijn de middelen (lees: gereedschappen) in het minnelijk traject: betalingsvoorstellen met finale kwijting, saneringskrediet, herfinanciering, budgetcursus, budgetbeheer, budgetcoaching. Maar er zijn ook wettelijke middelen: dwangakkoord, moratorium, voorlopige voorziening, aanvraag wettelijke schuldsanering. Al deze middelen kunnen nu door de beschermingsbewindvoerder zelf worden ingezet of worden aangevraagd.
            In mijn artikel over ‘Beschermingsbewind en schuldproblematiek’[2] bespreek ik de strategieën van schuldoplossing, welke door de beschermingsbewindvoerder kunnen worden gevolgd. Dit zijn: aflossingsregelingen; afkoopregelingen tegen finale kwijting; schuldsaneringskrediet; wettelijke schuldsanering (Wsnp); en beslaglegging. In 2012 is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) van kracht geworden. Hiermee was het zg. ‘minnelijke traject’ geregeld. Dit middel is toegevoegd aan onze gereedschapskist.
            Conclusie: door de wetswijziging van artikel 48 Wck is de gereedschapskist van de beschermingsbewindvoerder overvol geraakt. En terecht stelt Taco de vraag: moet de beschermingsbewindvoerder al deze middelen wel in willen zetten en zelf uitvoeren. Op 5 april 2016 vond in Amsterdam een bijeenkomst plaats van de Stichting “Eropaf!” over ‘Beschermingsbewind Anders!’. Eén van de sprekers was Gerd-Jan Mulder[3]. Hij pleitte voor een actieve rol van de beschermingsbewindvoerder in schuldenbewinden: een actieve aanpak van schulden. En alle beschikbare middelen staan hem daarbij ter beschikking. Een gereedschapskist vol. Maar waarom een actieve rol? Omdat de schuldhulpverlening tekort schiet: afwijzingen om diverse redenen, onoplosbare schulden. In het onderzoek van Jungmann e.a.[4] is dat bevestigd. Veel personen met onoplosbare schulden worden niet geholpen en blijven in de kou staan. Een deel daarvan vindt onderdak bij het beschermingsbewind. Stabilisatie en bescherming tegen ongeremde incassopraktijken van deurwaarders en overheden is dan het hoogst haalbare.
            Taco pleit voor nog meer gereedschap: “Graag zou ik verder zien dat partijen zich zouden inspannen om goed gereedschap te regelen voor de beschermingsbewindvoerder. Zoals bijvoorbeeld en breed moratorium bij het instellen van beschermingsbewind”[5]. Dat zou een slechte zaak zijn. Een breed moratorium zit er aan te komen voor de schuldhulpverlening (Wgs artikel 5) in 2016. Als dat (ook) zou worden ingesteld bij het instellen van beschermingbewind dan zal de toeloop naar beschermingsbewind nog groter worden. Een moratorium hoort thuis bij de schuldhulpverlening. En daar kunnen beschermingsbewindvoerders voor hun cliënten ook gebruik van maken: enkel in die gevallen waar het nodig en nuttig is.
            Er is inderdaad iets vreemds gaande met betrekking tot het beschermingsbewind. Een beschermingsmaatregel uit het familierecht, oorspronkelijk bedoeld ter bescherming van personen met lichamelijke of geestelijke beperking, wordt ingezet als een middel voor schuldoplossing. Dat hoort eigenlijk thuis in het insolventierecht. Dat wringt en schuurt. Dat is de reden waarom Taco tegenstrijdigheden ervaart en in verwarring raakt, zoals hij in zijn artikel schrijft.
           
© André Leijssen, april 2016.
  
Literatuur
-    Jungmann, Nadja, e.a. (2014): Onoplosbare schuldsituaties. Utrecht: Hogeschool Utrecht | NVVK, 2014.
-     Leijssen, André (2007): Beschermingsbewind en schuldproblematiek. In: SchuldSanering. Nummer: 2007/6, p. 14-17.
-     Mulder, Gert-Jan (2016): In het land der blinden….Feiten en fabels over beschermingsbewind. Amsterdam: Presentatie op de bijeenkomst ‘Beschermingsbewind Anders!’, april 2016.
-     Schaafsma, Taco (2015): Schuldbemiddeling door beschermingsbewindvoerders. In: Tijdschrift voor Schuldsanering, nummer 03, 2015.
-     Schaafsma, Taco: Beschermingsbewind is geen schuldhulpverlening. Te vinden op: www.beschermingsbewind.info. Ongedateerd.
-     Staatssecretaris SZW (2014): Kamerbrief toezeggingen armoede- en schuldenbeleid. Den Haag: 25 april 2014



[1] Schaafsma (2015), p. 8.
[2] Leijssen (2007), p. 14.
[3] Mulder (2016).
[4] Jungmann (2014).
[5] Schaafsma (2015), p. 10.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten