zaterdag 23 april 2016

Cashback bij mobiele telefoonabonnementen

Rechtbank Haarlem: Afsluiten van meerdere telefoonabonnementen op één dag. Bij afsluiten van abonnementen in een winkel is geen sprake van een wettelijk recht op bedenktijd. Het is de telefoonaanbieder bekend dat het veelvuldig voorkomt dat jonge vrouwen onder druk worden gezet om telefoonabonnementen af te sluiten, waarop de gratis verstrekte toestellen moeten worden afgegeven aan jonge mannen die op die wijze misbruik van deze vrouwen maken. De kantonrechter acht het niet begrijpelijk dat telefoonaanbieder daar geen beleid voor heeft ontwikkeld. In deze zaak oordeelt de kantonrechter dat de telefoonaanbieder op het moment van het afsluiten van de abonnementen reden had het bestaan van misbruik van omstandigheden te veronderstellen. De kantonrechter vernietigt de telefoonabonnementen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9354

De lege gereedschapskist van Taco

Op diverse plaatsen heeft collega Taco Schaafsma zijn opvatting verkondigd dat de beschermingsbewindvoerder een ‘lege gereedschapskist’ heeft, indien hij de taak krijgt toebedeeld om schulden van rechthebbenden te regelen of aan schuldbemiddeling te doen. De vraag is of die beeldspraak, sinds de invoering van de wetswijzigingen in 2014, nog wel passend is. Is de gereedschapskist van de beschermingsbewindvoerder wel leeg?
            In zijn artikel geeft Taco zelf het antwoord[1]: artikel 48 van de ‘Wet op het consumentenkrediet’ (Wck) is aangepast. In lid 1 van dat artikel is de beschermingsbewindvoerder toegevoegd onder de personen die zijn uitgezonderd van de bepaling in artikel 47 lid 1 Wck: “Schuldbemiddeling is verboden”. Sinds deze aanpassing is de beschermingsbewindvoerder dus bevoegd aan schuldbemiddeling te doen. Dat wil zeggen dat in de gereedschapskist dezelfde gereedschappen zitten, welke de gemeente c.q. schuldhulpverlening ook heeft. Dat wat gedaan kan worden in het zg. ‘minnelijk traject’. Globaal zijn de middelen (lees: gereedschappen) in het minnelijk traject: betalingsvoorstellen met finale kwijting, saneringskrediet, herfinanciering, budgetcursus, budgetbeheer, budgetcoaching. Maar er zijn ook wettelijke middelen: dwangakkoord, moratorium, voorlopige voorziening, aanvraag wettelijke schuldsanering. Al deze middelen kunnen nu door de beschermingsbewindvoerder zelf worden ingezet of worden aangevraagd.
            In mijn artikel over ‘Beschermingsbewind en schuldproblematiek’[2] bespreek ik de strategieën van schuldoplossing, welke door de beschermingsbewindvoerder kunnen worden gevolgd. Dit zijn: aflossingsregelingen; afkoopregelingen tegen finale kwijting; schuldsaneringskrediet; wettelijke schuldsanering (Wsnp); en beslaglegging. In 2012 is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) van kracht geworden. Hiermee was het zg. ‘minnelijke traject’ geregeld. Dit middel is toegevoegd aan onze gereedschapskist.
            Conclusie: door de wetswijziging van artikel 48 Wck is de gereedschapskist van de beschermingsbewindvoerder overvol geraakt. En terecht stelt Taco de vraag: moet de beschermingsbewindvoerder al deze middelen wel in willen zetten en zelf uitvoeren. Op 5 april 2016 vond in Amsterdam een bijeenkomst plaats van de Stichting “Eropaf!” over ‘Beschermingsbewind Anders!’. Eén van de sprekers was Gerd-Jan Mulder[3]. Hij pleitte voor een actieve rol van de beschermingsbewindvoerder in schuldenbewinden: een actieve aanpak van schulden. En alle beschikbare middelen staan hem daarbij ter beschikking. Een gereedschapskist vol. Maar waarom een actieve rol? Omdat de schuldhulpverlening tekort schiet: afwijzingen om diverse redenen, onoplosbare schulden. In het onderzoek van Jungmann e.a.[4] is dat bevestigd. Veel personen met onoplosbare schulden worden niet geholpen en blijven in de kou staan. Een deel daarvan vindt onderdak bij het beschermingsbewind. Stabilisatie en bescherming tegen ongeremde incassopraktijken van deurwaarders en overheden is dan het hoogst haalbare.
            Taco pleit voor nog meer gereedschap: “Graag zou ik verder zien dat partijen zich zouden inspannen om goed gereedschap te regelen voor de beschermingsbewindvoerder. Zoals bijvoorbeeld en breed moratorium bij het instellen van beschermingsbewind”[5]. Dat zou een slechte zaak zijn. Een breed moratorium zit er aan te komen voor de schuldhulpverlening (Wgs artikel 5) in 2016. Als dat (ook) zou worden ingesteld bij het instellen van beschermingbewind dan zal de toeloop naar beschermingsbewind nog groter worden. Een moratorium hoort thuis bij de schuldhulpverlening. En daar kunnen beschermingsbewindvoerders voor hun cliënten ook gebruik van maken: enkel in die gevallen waar het nodig en nuttig is.
            Er is inderdaad iets vreemds gaande met betrekking tot het beschermingsbewind. Een beschermingsmaatregel uit het familierecht, oorspronkelijk bedoeld ter bescherming van personen met lichamelijke of geestelijke beperking, wordt ingezet als een middel voor schuldoplossing. Dat hoort eigenlijk thuis in het insolventierecht. Dat wringt en schuurt. Dat is de reden waarom Taco tegenstrijdigheden ervaart en in verwarring raakt, zoals hij in zijn artikel schrijft.
           
© André Leijssen, april 2016.
  
Literatuur
-    Jungmann, Nadja, e.a. (2014): Onoplosbare schuldsituaties. Utrecht: Hogeschool Utrecht | NVVK, 2014.
-     Leijssen, André (2007): Beschermingsbewind en schuldproblematiek. In: SchuldSanering. Nummer: 2007/6, p. 14-17.
-     Mulder, Gert-Jan (2016): In het land der blinden….Feiten en fabels over beschermingsbewind. Amsterdam: Presentatie op de bijeenkomst ‘Beschermingsbewind Anders!’, april 2016.
-     Schaafsma, Taco (2015): Schuldbemiddeling door beschermingsbewindvoerders. In: Tijdschrift voor Schuldsanering, nummer 03, 2015.
-     Schaafsma, Taco: Beschermingsbewind is geen schuldhulpverlening. Te vinden op: www.beschermingsbewind.info. Ongedateerd.
-     Staatssecretaris SZW (2014): Kamerbrief toezeggingen armoede- en schuldenbeleid. Den Haag: 25 april 2014



[1] Schaafsma (2015), p. 8.
[2] Leijssen (2007), p. 14.
[3] Mulder (2016).
[4] Jungmann (2014).
[5] Schaafsma (2015), p. 10.

zondag 17 april 2016

Geroddel over beschermingsbewind

In het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, 2016 nummer 1, is opgenomen een artikel getiteld: ‘Beschermingsbewind anders’[1]. In de ondertiteling staat: “Het aantal dat onder beschermingsbewind wordt geplaatst, stijgt explosief, en is daarmee een snelgroeiende kostenpost voor gemeenten. Mensen met schulden schieten hier in de regel weinig mee op. Integendeel”. De laatste twee zinnen zijn niet in de tekst van het artikel terug te vinden. Nergens blijkt waarop dit soort onzin gebaseerd kan zijn. Mijn ervaring als bewindvoerder is juist het tegenovergestelde. Indien mogelijk worden schulden opgelost, en in een aantal zaken kan dan het beschermingsbewind ook worden opgeheven. Ook geen wetenschappelijk bewijs op grond van onderzoek, maar wel de persoonlijke ervaring van een bewindvoerder met een lange praktijkervaring.
            In het onlangs verschenen rapport: ‘Schulden uit de knel’[2] is een paragraaf opgenomen met als titel: “1.4 Beschermingsbewind groeit, maar lost schulden niet op”. Ook hier dekt de inhoud van de paragraaf niet de titel. Nergens enige verwijzing die erop zou kunnen duiden dat beschermingsbewind niet zou werken aan het oplossen van schulden. Laat staan dat er een analyse volgt van de functies en effecten van beschermingsbewind. Of een kosten – baten analyse. En: is het beschermingsbewind wel bedoeld om schulden op te lossen? Wel schetsen de wetenschappers een beeld dat het beschermingsbewind niet deugt, waarbij men zich beroept op een televisie-uitzending, en bovendien ook nog incorrect: in het rapport staat dat een rechter-commissaris meedeelt dat 10% van de bewindvoerders zal worden ontslagen, terwijl een kantonrechter aan het woord is (Uitzending De Monitor, NCRV, 24 januari 2016). Klinkt allemaal niet erg wetenschappelijk. Ook hier dus ongefundeerde beweringen.
            Velen meten zich in de discussie een oordeel aan, zonder ook maar enige kennis van zaken of inzicht in de feiten te hebben. En inderdaad feiten over beschermingsbewind zijn schaars. Er worden geen statistieken bijgehouden; er is nauwelijks wetenschappelijke belangstelling; en bijgevolg ook geen of nauwelijks wetenschappelijk onderzoek naar het beschermingsbewind. Een vrijbrief om maar wat te roepen. Dat politici en bestuurders dat doen! Alla, dat hoort bij hun vak. Maar van wetenschappers mag men anders verwachten.
            De boven aangehaalde beweringen zetten het beschermingsbewind (weer) in een negatief daglicht. Negatieve beeldvorming. Nergens behoorlijk beargumenteerd of onderbouwd met gedegen onderzoek. Roddel dus!!

©André Leijssen, 2016.



[1] Catelijne Akkermans en Marc Räkers: Beschermingsbewind anders. In: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, voorjaar 2016, nummer 1, pagina 8-11.
[2] Roeland van Geuns, Nadja Jungmann, Marc Anderson: Schulden uit de knel. Een verkenning van innovaties bij de aanpak van schulden. Den Haag: Platform31, april 2016.